Een maandag in 2002 bij de koffieautomaat. Kwartiertje koetjes-en-kalfjes. Hey, goede morgen, collega. Hoe was het weekend? Heb je het artikel in het VNG-magazine gelezen over de formalisering van de positie van de griffier bij invoering van het dualisme? Jij was vroeger toch bestuursadviseur? Dit lijkt mij echt iets voor jou.
Dezelfde maandag in 2015 in de bus. Post op facebook foto’s weekendje Parijs. Op twitter delen artikel @VNGmagazine. Op LinkedIn opzoeken profiel collega en hem “aanbevelen”. Eenmaal thuis vraagt puberzoon waarom ik zijn foto op Instagram niet heb ge-liked. Nou, zo leuk vond ik die niet. Maakt niet uit, zegt hij, met “like” weet ik dat je de foto hebt gezien.
Netwerksamenleving en netwerkdemocratie
Het behoeft geen betoog dat er een enorme verandering gaande is onder invloed van technologische versnelling en digitalisering. Die heeft op zich weinig te maken met de inzet van communicatiemiddelen of online snufjes, wel met de inhoud en nog veel meer met de verbinding. Niet voor niets spreken wij over de netwerksamenleving, die zich razend snel ontwikkelt en nieuwe doelen en wegen vindt. Informatie en kennis worden realtime, slimmer, gemakkelijker, vrijer en ongestructureerd gedeeld. Crowdsoursing en crowdfunding maken het mogelijk om gebruik te maken van elkaars kennis en middelen. Er zijn mensen die zeggen dat deze overvloed leidt tot meer transparantie, openheid en democratie. Er zijn er ook die zich zorgen maken. Informatie en kennis zijn namelijk nodig om maatschappelijk te kunnen functioneren en te participeren, maar beschikbaarheid garandeert niet de toegang. De algemene opvatting is dat gemeenten hopeloos achterlopen en het been digitaal nauwelijks kunnen bijtrekken. Met al onze regels en procedures lijken wij onbeweeglijk, wereldvreemd zelfs, terwijl alles om ons heen beweging is. De (netwerk)democratie kraakt in haar voegen.
Verbinding verliezen
Digitale disruptie is aan de orde van de dag. Grote gevestigde bedrijven worden van alle kanten ingehaald door de Ubers, Netflixen en Blendles van deze wereld. Deze kleine, snel ontwikkelende en explosief groeiende concepten omzeilen alle logge structuren en bureaucratieën. De gevestigde orde weet zich er geen raad mee, verstard of steekt het hoofd in het zand. Hoe voorkomen wij (lees: gemeenten, gemeenteraden, griffiers) dat wij worden ingehaald door ontwikkelingen die als zand langs onze vingers glippen, waardoor wij onze verbinding met de (netwerk)samenleving verliezen en daarmee onze democratische legitimiteit?
Antwoorden zijn er weinig, maar vragen voor de komende jaren legio. Wat doen wij binnen de gemeente, zijn wij transparant? Welke informatie/kennis hebben wij en kunnen wij deze delen? Als wij weten dat vroeger of later informatie, zelfs al is deze vertrouwelijk of persoonlijk, op de digitale straat ligt, moeten wij daar bang voor zijn of moeten wij bouwen aan systemen om haar open te stellen? Als de gemeente een glazen huis is, wat valt daarbinnen te zien? Hoe gaan wij om het de netwerksamenleving, die niet alleen platter en gelijkwaardiger wordt, maar ook steeds emotioneler. Gedrag en beslissingen van mensen zijn rationeel niet te verklaren en de media-focus ligt op emotie. Een “gewone” zaak kan door een onhandigheid omslaan in een crisis in de glazen gemeente. Is dat te voorkomen? Social media worden steeds visueler, maar hoe verbeelden wij besluiten? Met toepassingen als Meerkat en Periscope gaan wij van snel nieuws naar live. Kunnen wij dat bijhouden?
Digi-minded
Zei Pericles niet “Het is niet onze taak om de toekomst te voorspellen, maar ons erop voor te bereiden”? Wij denken nu nog te veel vanuit papier, terwijl digital first leidend is. Als illustratie denk aan de eerste websites van reisbureaus. De bureaus scanden hun reisgids in en zetten die erop. Maar de consument wil geen pdf’s, wil menu’s waaruit hij kan kiezen, doorklikmogelijkheden naar andere informatie, interactie via chat, zoover-beoordelingen, vergelijking prijzen en aanbod. En dit alles op zijn smartphone. Wat als de raadsagenda een reisgids was. Hoe zou deze eruit zien?
De meeste griffiers zijn best al digitaal. De griffier heeft als taak de (informatie)positie van de raad te versterken, zodat de raad afgewogen beslissingen kan nemen en van burgers en bedrijven, zodat zij maximaal betrokken zijn en kunnen participeren in zaken die hen aangaan. Hier gaat het niet om operationele kennis over systemen en toepassingen (digi-vaardigheden), maar om kennis over de werking van de netwerksamenleving (en –democratie) waarbinnen wij opereren. Griffiers moeten zich meer dan nu nog het geval is bewust zijn van de effecten van de netwerksamenleving en daar meer voor open staan (digi-minded). Moet de griffier per se op twitter of facebook? Hij moet geloofwaardig, benaderbaar en nabij zijn, als functionaris en als individu. Niet in zijn eentje, maar in politiek-bestuurlijk samenspel. Dus het antwoord is volmondig ja, steeds maatschappelijk verbonden met welk middel dan ook. Ook in de avonduren en in de weekends, misschien juist dan het meest. Wat speelt er? Kan ik helpen? Wat kan ik meenemen of leren? Op welke manier leg jij de verbinding met de netwerksamenleving?