Een van de onderwerpen op de agenda van de nieuwe raden is de invoering van de Omgevingswet. De invoeringsdatum 2021 nadert met rasse schreden, in deze raadsperiode moet het gebeuren. Het onderwerp zal daarom de nodige aandacht krijgen om te beginnen in het inwerkprogramma. Maar wat is het effect van de grote personele wisselingen in de raad?
Over drie weken is het zover. De gemeenteraadsverkiezingen zorgen voor een nieuwe frisse wind, maar zullen tegelijkertijd de helft van het aantal raadsleden in Nederland met wortel en tak wegblazen. Persoonlijke, partijpolitieke of electorale oorzaken zorgen ervoor dat heel veel volksvertegenwoordigers hun mandaat aan de wilgen (moeten) hangen en het grote zwarte gat tegemoet gaan. “Wat moet ik nu met al die vrije avonden?”, vragen ze zich vertwijfeld af. In elk geval om te beginnen jouw archief eens opruimen, zullen ze thuis opgelucht suggereren. Begin met de stapels papieren en gigabytes online documenten, wat kan weg? De grote braindrain van het lokaal bestuur is dan een feit. Weg kennis, weg ervaring, weg opgebouwde expertise.
Partijen zoeken naar balans tussen ervaring en vernieuwing, nieuw bloed en ervaren rotten. De jonge hond en de eminence grise gaan na maart weer verder. En eerlijk is eerlijk, niet alle leden waren een aanwinst, hadden het in zich of excelleerden in verbindende vaardigheden. Anderen zullen node worden gemist. Ze waren een rots in de branding, ze laten een gat achter, hun energie, visie en bevlogenheid, daar wordt later nog over gesproken.
In de maanden na maart zullen in het inwerkprogramma van de nieuwe raden alle zeilen worden bijgezet om een vliegende start te maken. Een goede start is immers het halve werk. Bakken informatie worden, geïllustreerd in tientallen bonte dia’s, op de nieuwe lichting raadsleden afgevuurd. Na een paar weken zijn ze murw, zijn ze het allemaal alweer vergeten, het is te veel, er beklijft niets. En ze willen vooral aan de slag, hun verkiezingsbeloftes waarmaken, scoren, het verschil maken.
Een van de onderwerpen op de agenda van de nieuwe raden is de invoering van de Omgevingswet. In deze raadsperiode moet het gebeuren zal de uitroep zijn. We hebben alle tijd, maar voor je het weet is het 2021. En weer zullen tientallen dia’s met doelen, schema’s en voorbeelden de revue passeren. De vragen zullen op de lippen branden over bevoegdheden van de raad, sturen met de omgevingsvisie en invullen van participatie. En raadsleden zullen zich willen uitspreken over hun ambities, hun piketpaaltjes willen slaan en, als ze durven, keuzes maken. Misschien gaat er een raadswerkgroep van start, worden thema-avonden georganiseerd met rollenspellen en dilemma’s, zijn er werkbezoeken, gaat men de wijk in, laat men zich inspireren door pilots. Samen met wethouder en ambtenaren, of als het moet apart, wordt het omgevingswetwiel opnieuw uitgevonden.
Ergens in een hoekje van het gemeentehuis zit een programmamanager nu zachtjes te snikken. Omdat hij weer opnieuw moet beginnen. Het is zijn werk en, hij weet, het hoort erbij. Maar ach, wat zijn die verkiezingen toch onhandige dingen! Ze komen altijd ongelegen.