Toen ik mijn vijfjarige, die heel zoetjes aan het spelen was, vroeg om even op de baby te passen, terwijl ik naar de buurvrouw ging om iets te halen, gebeurden er twee dingen. Hij zat meteen rechtop, zijn oortjes gespitst. Ik had namelijk gezegd dat hij voor even “de baas” was in huis. De baby sliep en de cavia zat rustig op een blaadje te kauwen in zijn kooitje. Maar omdat mama er even niet was, was hij de baas. Hij snapte dat wel. De baas zijn is iets heel stoers en vets. Er moet altijd een baas zijn. In elk geval als er anderen bij zijn. Over jezelf de baas zijn is niet nodig, maar als er een baby en een cavia zijn wel.
Het tweede wat er gebeurde was dat hij heel ernstig zei: “Het is goed, mama! Ik ga het hier regelen!” Hij groeide van trots en verantwoordelijkheidsgevoel, zelfs zijn wenkbrauwen gingen omhoog. Wat hij ging regelen, geen idee. Oké, ik ga, zei ik en knipoogde naar hem, als het ware om de “machtsoverdracht” te bezegelen.
Toen ik letterlijk twee minuten later weer terug was hoorde ik dat hij bij de slaapkamer van de baby was. Hij stond voor de deur en had zijn dino’s in een boogje opgesteld ter verdediging van het fort. Wat ben je aan het doen, schat, vroeg ik? “Ik moet de baby beschermen!” Als je kennelijk de baas bent en je verantwoordelijk voelt, dan moet je de mensen (en de dieren) waar je de baas over bent beschermen. Ach!
Ik moest hieraan denken toen ik in gesprek raakte met raadsleden over democratische waarden, de rol van de raad en participatie. Mijn pleidooi was kortgezegd dat mensen niet gek zijn, ze zijn best redelijk zelfs en verstandig en minstens even betrokken bij hun wijk, stad of dorp als elk raadslid. De raad moet niet over alles willen gaan. Misschien had je bepaalde plannen of ideeën zelf als raadslid niet verzonnen. Iemand anders deed dat wel. En misschien passen ze ook niet helemaal binnen de kaders. Hoe erg is het als het niet gaat zoals je wil? Zolang het niet over een grens gaat, een grens van waarden, zaken zoals rechtvaardigheid, respect, gelijkheid, dat soort dingen. Maar de raad is de baas in de gemeente, zei een raadslid. Hij bedoelde, volgens mij, dat hij zich verantwoordelijk voelde voor wat er gebeurt in de gemeente en er zijn best voor wil doen. Maar soms is er geen gevaar, hoef je niets te verdedigen en hoef je zelfs niets te doen.