De brief

Zij had de brief met aandacht gelezen en in haar wiskundeboek gestopt. Zij had niets met wiskunde. Tijdens de les, drie keer per week, opende zij het boek en las zij de brief opnieuw. Ook tijdens de bijles, die zij van een wiskundestudent kreeg, vouwde zij de brief open. Zij werd verliefd op de student. Het boek lag op tafel, terwijl ze hartstochtelijk en luidruchtig seks hadden, haar eerste relatie, een wereld te ontdekken. Zij haalde voor haar eindexamen net aan een voldoende. De student was intussen klaar en liet haar met een gebroken hart achter. Het wiskundeboek smeet zij in een hoek, de brief bewaarde zij bij de aanvraag voor haar rijbewijs.

Zij stopte haar rijbewijs, samen met de brief, in haar portemonnee. Nog belangrijker dan een studie, vond zij de vrijheid die haar tweedehandsje haar gaf. Zij tufte door het land naar vrienden, reed naar festivals en feestjes en hielp al haar studiegenoten om te verhuizen. Zij stond bij de kassa om te betalen. De brief viel uit haar portemonnee op de toonbank. Oeps, zei zij, een beetje verlegen in de ogen kijkend van de vriendelijke verkoper. Zij stopte de brief in haar jaszak. Ze gingen wat drinken. Zij gooide later bij hem thuis haar jas over een stoel, broek op de vloer, blouse, bh, slipje. Toen zij de volgende ochtend naast hem wakker werd, staarde zij een tijd naar hem, hoe rustig hij sliep en zij wist: zij zou altijd bij hem blijven.

De meubels voor hun huis kwamen precies een week voor haar uitgerekende datum aan. Het was snel gegaan. Ze gingen eerst samenwonen in zijn flatje, toen bleek zij zwanger en kochten ze een huis. Zij zat met dikke buik en opgezette enkels in een hoekje naar hem te kijken, terwijl hij de laminaatvloer in de babykamer legde. De volgende dag kwamen de verhuizers. Ze sliepen voor het eerst in het huis, hun huis. In de la van haar nog leeg nachtkastje legde zij de papieren uit haar tas, aankoopbonnen, stukken van de notaris, verhuisberichten, de echo van haar baby en de brief.

Zij keek nog een keer op de klok. Hij was laat. De kinderen lagen te slapen, zij had het huis opgeruimd, de strijk gedaan en zat naar het nieuws te kijken. Zij schrok van het gerinkel van de telefoon, zo laat, slecht nieuws. Haar man had een ongeluk gehad, was op slag dood, het spijt ons heel erg, had de politie gezegd. Zij kon niet ophouden met huilen. Het leven ging door, realiseerde zij zich, toen de kinderen de volgende ochtend bij haar bed stonden. Na de begrafenis kreeg zij zijn trouwring. Zij legde deze in haar la naast de brief.

Zij had geen zin in de reünie, vijfentwintig jaar na het afscheid van school. Kom nou, had haar vriendin gezegd, iedereen komt. Anders ga ik ook niet. Oké, oké. De spiegel loog tegen haar, zij zag er fantastisch uit. In haar tas stopte zij de brief. Ze hadden in die tijd met een schoolvriendin gecorrespondeerd. Ze waren elkaar uit het oog verloren. Toen ze elkaar omhelsden bij de reünie vertelde zij meteen over de brief. Hoe belangrijk deze voor haar was. Zij vertelde met tranen in de ogen over haar leven en over hoeveel kracht, hoop en troost zij in al die jaren uit de brief had geput. Een prachtige brief, elk woord had haar ziel geraakt, telkens weer.

Haar schoolvriendin omhelsde haar ontroerd. Het spijt mij, zei zij eerlijk, ik kan mij niets van een brief herinneren.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Energie | Thessaloniki