Je komt ze niet zo veel meer tegen, professionals die heel principieel vasthouden aan hun standpunt of positie, soms met een verongelijkte vastberadenheid, waarvan ze ook zelf merkbaar last hebben. Flexibiliteit, anticipatievermogen, en omgevingssensitiviteit zijn tegenwoordig de gevraagde competenties. Rechtlijnigheid, onverzettelijkheid en strengheid, daar gaat de voorkeur niet naar uit.
Of het een kwestie is van karakter of keuze, het einde van het verhaaltje is hetzelfde. De eik, geveld door de storm, komt met uit de grond gerukte wortels jammerlijk aan zijn einde. Het riet ruist met zijn pluimpjes in de wind, wiegt, buigt, breekt niet en overleeft. De moraal van het verhaal: stevigheid maakt star, stijf en overmoedig. Standvastigheid is zwakte. Wees dus flexibel, buigzaam, anders breek je. De la Fontaine schreef de fabel over de eik en het riet in de zeventiende eeuw. De eik was Lodewijk XIV en het volk het riet, dat weinig anders kon dan buigen. De eik en het riet is nu haast een ode aan het meebewegen.
Met andere woorden: pas je aan, de context en de omgeving bepalen je mening en houding. Biedt met mate weerstand aan de eisen van de tijd, het stormt en je moet verder, je moet overleven. Ruggengraat tonen niet als kracht, maar als zwakte dus?
In de context van verandering binnen organisaties las ik ergens de term “meestribbelen”. Mijn eerste associatie was die van mensen of teams die niet echt tegenstribbelen, maar ook niet echt meedoen. Een beetje pappen en nathouden, weer een overleg inplannen, nog wat afstemmen, andere begrijpelijkerwijs nog belangrijkere prioriteiten voor laten gaan, voor de bühne een voorzichtig stapje zetten, ruggenspraak houden, van dat soort werk dus, maar bovenal risicomijdend en omzichtig opereren. De term blijkt echter een andere betekenis te hebben. In tegenstelling tot “tegenstribbelen” gaat het hierbij om meedoen aan verandering en beweging, niet omdat je het wilt, maar omdat verzet zinloos is. De verandering als het ware toch een kans geven, om later pas te merken of het wat heeft opgeleverd. Dus niet eerst alle “ja, maar”-vragen, de beren op de weg, alles van tevoren bedenken en oplossen, maar gewoon doen, tegen beter weten in zelfs en op hoop van zegen. Enigszins kritisch, maar vooral meegaand stribbelen. Er zijn maatschappelijke, politieke of economische ontwikkelingen en veranderingen, daar kun je niet omheen, individueel niet en collectief ook niet. Ga er dus in mee. Stribbel mee, zoals het riet dat meebeweegt.
Eik of riet, wat ben jij? Op een tegeltje zou kunnen staan: “Kies je voor het gelijk of het geluk?” Om je aan het denken te zetten en je de mogelijkheid te geven een keuze te maken. Geluk natuurlijk, wie zou iets anders kiezen?
Maar de dappere dodo die kiest voor het gelijk, verdient meer respect dan hij doorgaans krijgt voor zijn onbuigzaamheid. In alle beweging en flexibiliteit, die uiteindelijk te vaak alle kanten op schieten, zijn er namelijk ook mensen nodig als rotsen in de branding, bakens om langs te varen, mensen die een solide basis zijn om op te bouwen.
Eiken die hoog boven het riet uittorenen met stevige en dikke takken, dichte bladertooi, die de elementen trotseren en die tot aan die ene laatste fatale storm beschutting en schaduw bieden, die moeten er ook zijn.