Een grotere overgang is haast niet denkbaar. Van flyeren in gevoelstemperatuur -10 naar vergaderen in bedompte zaaltjes; van alles mogen vinden, wensen en beloven naar stukken lezen, iets beslissen en het moeten uitleggen; van lekker in debatten drie speerpunten pitchen naar woordvoeren over stoffige dossiers. Het gebeurt op de avond van de verkiezingen. Sta je te nippen aan je spa rood turend op het scherm naar peilingen, nietszeggende interviews, juichend bij het zien van de eigen clubkleuren, maar vooral in afwachting van het verlossende antwoord: zit ik erin?
Vanaf dat moment gaat de knop om, fiets je altijd met licht aan, stop je al bij het oranje stoplicht en gooi je geen stukje plastic meer bij het restafval. Inwoners, organisaties en bedrijven die je mailen krijgen antwoord. Op alle openingen en wijkbezoeken ben je present. Je bent in je glazen huis een voorbeeldpoliticus, een heilig boontje in de schijnwerpers. Zo wilde je volksvertegenwoordiger zijn, oprecht, vanuit het hart, om het verschil te maken. En je doet het goed, zo ambitieus en doordrongen van de zware last van democratie op jouw schouders. Dat je nog veel moet leren, een weg te gaan hebt, het waar moet maken, daar ben je je van bewust, “bewust onbekwaam”, maar, hey, je werkt eraan!
Binnen een paar maanden zijn de eerste vergaderingen achter de rug, het inwerkprogramma heb je tot de laatste zin opgeslurpt, de eerste begroting is goedgekeurd, inclusief jouw eerste unaniem door de raad aangenomen motie en jouw eerste grote interview voor de lokale courant heeft indruk gemaakt. Het is hard werken, maar oefening baart kunst. Je bent bewust bezig om je kennis, vaardigheden of competenties eigen te maken, “bewust bekwaam”.
Wanneer het moment komt dat het vanzelf gaat is niet te zeggen, het gaat … vanzelf. Een motie rolt zo uit jouw pen, ook zonder stukken te lezen doe je het prima in het debat, je weet hoe de hazen lopen, je voelt je nog zelfverzekerder dan je al was. Er blijven wat mails en uitnodigingen liggen, maar ach, er volgen snel andere, de agenda vult zich vanzelf. Je doet je best, niet alles kan. Bovendien ben je al ervaren, prioriteren moet je leren, je doet het raadswerk nu eigenlijk al met twee vingers in je neus, wie maakt jou gek?
Daar een stukje verderop ligt de bananenschil. Open en bloot. Met jouw ervaring en routine moet dat geen probleem zijn. Tenzij je even niet oplet en “onbewust onbekwaam” op je plaat gaat.