FOMO

Volksvertegenwoordigers vinden de vele opgaven waar ze verantwoordelijk voor zijn vaak complex en onoverzichtelijk. Er zijn zoveel doelen, wetten, programma’s en deadlines waar ze iets mee moeten. Alles vraagt om aandacht en urgentie en actie. In mijn blog gaat ik in op de angst om dingen te missen.

Het was een rare vraag, zei het raadslid. In mijn presentatie over de Omgevingswet, de wet die over enkele weken na een heel lang voortraject in werking treedt, kwam het gesprek op integraliteit. Belangrijk, vond de raad. Het is de geest van de wet, had men van een vorige raadsavond onthouden. De leefomgeving staat centraal en daarin hangen verschillende onderwerpen met elkaar samen. Het gaat dus niet alleen om ruimtelijke ordening, maar ook bijvoorbeeld om wonen, veiligheid en gezondheid. Dat zou allemaal terugkomen in de omgevingsvisie die in de maak was. We waren het met elkaar eens. Maar toen ik vroeg of de thema’s opwekken van energie en warmte ook een plek krijgen, keken een paar raadsleden mij niet begrijpend aan. Er was iets met een transitievisie warmte en iets met een RES, maar vanavond ging het over de Omgevingswet. Over die andere onderwerpen waren ze al bijgepraat. En de integraliteit die ze zo belangrijk vonden dan? Uiteraard was die belangrijk, maar als alles met alles samenhangt, dan moet alles ook op alles wachten, vatte een raadslid het kernachtig samen. Dus in de omgevingsvisie staat straks dat we iets gaan doen met de energietransitie, maar wel in een apart traject.

Zie hier de spagaat: een integrale omgevingsvisie is goed voor de samenhang omdat alle deelaspecten worden meegewogen en er minder conflicterend beleid is. Er is een duidelijk kader vanuit de raad, het is compacter en meer op hoofdlijnen. Aan de andere kant gaan sectorale ambities en deelaspecten misschien wel verloren, komen er meer uitwerkingen en meer details waardoor vaak minder ruimte is voor plannen en initiatieven vanuit de samenleving die net niet binnen al die details passen. Maar er is wel meer grip op specifieke ambities en doelen voor de raad. Dit geldt overigens ook voor statenleden en voor waterschapbestuurders net zo. Maar toch als je de energietransitie als essentieel ziet en duurzame energievoorziening van belang is voor je andere doelen in je omgevingsvisie, dan hoort het toch in de omgevingsvisie.

Een ander raadslid verzuchtte dat het veel is, complex en ook moeilijk om het overzicht te houden. Allemaal doelen, wetten, programma’s en deadlines. En alles vraagt om aandacht en urgentie en actie. Ik heb enorme FOMO!

Zou dat niet geweldig zijn, als er een eenduidig en duidelijk antwoord zou zijn op de onmogelijke vraag: wat moet wanneer gebeuren? De VNG heeft een zogenaamde routekaart gemaakt, die helpt om het overzicht te behouden. Daarin staan de acties en doelen die voortvloeien uit het Klimaatakkoord. Naast gebouwde omgeving, mobiliteit, industrie, landbouw & landgebruik en elektriciteit, zijn ook de Omgevingswet en enkele algemene mijlpalen (verkiezingen) opgenomen. En bij NP RES hebben we ook een tijdlijn op weg naar 2030-2050 met de belangrijke mijlpalen binnen de Regionale Energiestrategie, de RES-documenten en de datum voor omgevingsvergunningen. Het zijn hulpmiddelen waar volksvertegenwoordigers en bestuurders concreet wat aan hebben.

Maar al zou de moeder van alle tijdlijnen bestaan, dan nog is niet elke gemeente, provincie of regio hetzelfde. De opgaven zijn vergelijkbaar, maar lokale omstandigheden en afwegingen zijn verschillend. Ieder zijn eigen prioriteit. Tegelijkertijd is niemand volledig autonoom, zelfvoorzienend en op zichzelf. Buren en regio’s kunnen van elkaar leren en hebben elkaar nodig. Ook zonder 100% overzicht kun je werken aan de juiste opgaven. Stappen zetten is belangrijker dan 1005 kloppende planningen waar je niet verder mee komt.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Energie | Thessaloniki