Bij de Waterlandse première van de film ‘Alles van waarde’ moest er aan het eind worden gestemd. Op vader Bromet, die boos is, moppert over de managersplaag in Nederland en in schaalverkleining de oplossing van alles ziet of dochter Bromet, die uit diezelfde frustratie de politiek ingaat, en vanuit haar raadszetel en de achterbankjes van de Tweede Kamer de kleine stapjes zet om de wereld te verbeteren. Allebei gedreven door onvrede. Allebei zoekend naar een manier om hun maatschappelijk statement te maken. Op eigen wijze.
Ik stemde op Laura. Haar stijl spreekt mij aan. De stijl van ‘doen’ en ‘doorzetten’. En vooral het vertrouwen dat je het verschil kunt maken. Dat je vijf jaar moet strijden voor een haalbaarheidsonderzoek, dus niet eens voor de realisatie, maar slechts voor een onderzoek naar een fietspad, maakt mij ook ietwat cynisch. Aan de andere kant weet ik zeker dat als je niets doet er zeker niets gebeurt. Wat mij ook aanspreekt is de wens om dichtbij te beginnen, bij wijze van spreken in je achtertuin, op het schoolplein van je kinderen, met je buren. Om daar het begin van verandering te zoeken. Schaalverkleining!
Zelf ben ik ook vanuit een soort frustratie de politiek ingegaan. Ik had jaren in allerlei besturen van verenigingen en stichtingen gezeten en elke keer moest ik bedelen bij de gemeente om subsidie. Maar nog veel erger: steeds te moeten bewijzen dat de doelen die ik nastreefde de moeite waard waren om ze na te streven. Steeds het bestaansrecht moeten bewijzen. Frustrerend. Ik zou zo graag eens aan de andere kant willen zitten. De kant die beslist, de kant van de verdelende rechtvaardigheid.
Aan die andere kant bleek het trouwens ook niet zo’n feest. Want altijd te veel wensen en altijd te weinig geld. En eigenlijk nooit het vermogen om iedereen tevreden te stellen. En over veel dingen ga je gewoon niet. Wat ben ik in de tijd dat ik raadslid was en later in andere hoedanigheden, tegen veel machteloosheid aangelopen. Mensen die geen veilige basis hadden: thuis, werk, toekomst, en die zich totaal afsloten van alles. Elk argument dat ik aanvoerde werd met argwaan en gelatenheid aangehoord. Niets klopte, deugde. En het maakte toch niets uit. Op een gegeven moment heb je geen gespreksmunitie meer, geen verhaal. Het sterkste argument bleef hoe dan ook: als je niets doet, dan gebeurt er zeker niets.
De wereld veranderen en dan liefst met één raadsbesluit, nee, ik ben er ook achter dat dat zo niet werkt. Ook verander je de wereld niet met een campagne, een initiatief of een politieke partij. Zelfs niet met een coalitie, al helpt dat laatste een eind in de goede richting. Verandering is van de lange adem en van de concrete, kleine plannen. En van het samen doen. Onvrede brengt mensen in beweging. En zo nu en dan moet je denken ‘als ík het niet doe, wie moet het dan doen’ (citaat Laura in de film). Dan voel je je weer even onmisbaar en gaat met hernieuwde energie aan de slag.