Een jaar heeft meestal 365 dagen. Trek daar vrijdagen, zaterdagen, zondagen en maandagen, nationale, christelijke en joodse feestdagen en schoolvakanties (want dan vergaderen wij niet) vanaf, dan blijven er 115 dagen over. Om er 32 vergaderingen in te plannen. En niet zomaar. Met na een vergaderweek liefst een tussenweek. Naast de gewone vergaderingen hebben wij ook de informatie-, thema- en burgeravonden, werkgroepen, -bezoeken, -bijeenkomsten, trainingen, cursussen en vergaderingen allerlei.
Daarom wordt het vergaderschema van de raad minstens een half jaar eerder gemaakt, zodat iedereen er rekening mee kan houden en kan inpassen in de balans privé, werk, vakanties, raad en overige hobby’s.
En daar is opeens het EK. De loting houdt geen rekening met ons vergaderschema. En nu? Er zijn alternatieven, 1, 2, 3, 4. ’s Middags vergaderen, een dag eerder/later, een week eerder/later, in een vakantie. Korter vergaderen is ook een oplossing en beter plannen een andere. Elk alternatief heeft voorstanders en tegenstanders. Ieders situatie is nu eenmaal anders. En zoals iedereen verstand heeft van voetballen, zo ook van wat handig, praktisch en/of wenselijk is. Er ontstaan alternatieven 1a, 2c of 3b. Data gaan schuiven en ja, er ontstaan nieuwe knelpunten. Het oorspronkelijk schema was een gegeven, stond in ieders agenda. Nu probeert iedereen, individueel of in groepsverband, mee te helpen en is de chaos compleet.
Nu ik dit blog schrijf is bij ons de definitieve oplossing nog niet gevonden. Ik weet zeker dat wij eruit komen. Politici zijn nu eenmaal gewend om na de nodige commotie compromissen te sluiten. En ik weet zeker dat ik op 13 juni (Nederland-Duitsland) een vrije avond heb. Maar ik weet ook dat, als ik ooit geen griffier meer ben, ik veel zal missen van dit mooie vak, maar het maken van vergaderschema’s beslist niet.