De gemeenteraad moet zelf ook aan de slag in het kader van de Omgevingswet. Daarom is het belangrijk dat de raad onder meer keuzes maakt over ambities, participatie en over het delegeren van taken aan het college. Pascale Georgopoulou, oud-griffier, nu verbonden aan het Programma Invoering Omgevingswet van de VNG, ziet dat veel raden nog niet begonnen zijn aan dit voorwerk en de randvoorwaarden niet hebben geregeld. Is er budget gereserveerd?
Helemaal onderaan het rijtje met goede raad voor de raad bij de invoering van de Omgevingswet stond: “Budget reserveren”. Het was een open-deur-advies waar je haast achteloos overheen zou stappen, ware het niet dat een raadslid vroeg: “Budget?” Het werd stil in de zaal. Wat ongemakkelijk keken enkele raadsleden elkaar aan, dan de griffier, de wethouder en de programmamanager. De twee laatsten knikten beslist dat het was geregeld. Het was de raad misschien niet opgevallen, maar er was melding van gemaakt, vorig jaar was al een bedrag gereserveerd en ook dit jaar was dat het geval. Met een zucht van verlichting ging de raad naar de laatste sheet van de presentatie: “Zijn er nog vragen?”
Hetzelfde raadslid van daarnet ging door. “Waar is het budget op gebaseerd, als de raad nog een plan van aanpak gaat bespreken en vaststellen? En hoe weten wij of het budget toereikend is als de ambities en de invoeringsstrategie nog niet zijn bepaald?” Een ambtelijke werkgroep was blijkbaar al geruime tijd bezig om de gevolgen in kaart te brengen, wat de invoering van de nieuwe wet zou betekenen was becijferd. Met een slag om de arm natuurlijk, want er is veel wat wij nog niet weten, zei de wethouder. Gezien de opgaven waar de gemeente voor staat had het college gemeend om vooralsnog enkel de kosten van de programmamanager op te voeren. Overige kosten zouden intern worden opgevangen. De raadsleden waren gerustgesteld.
Het raadslid bleef doorvragen en werd wat drammerig. Zijn collega’s klapten hun iPad dicht en pakten hun tassen in. “Kan de raad inzicht krijgen in de opgevoerde kosten en de afwegingen van het college? Hoe zit het met de dienstverlening en de ICT? Is er een risicoanalyse gemaakt?” De wethouder zou de raad spoedig meer in detail te informeren. Toen had het raadslid nog een vraag: “Is er budget gereserveerd voor de raad?” De wethouder keek wat verrast. “Voor de raad?” Voor de raad, herhaalde het raadslid. “Wij hebben net in de presentatie gehoord hoe de positie van de raad gaat veranderen met de invoering van de Omgevingswet. Over bestuurlijke afwegingsruimte en het belang van participatie en vertrouwen, wij moeten het gesprek aangaan. Daar moeten wij tijd in steken, ons laten informeren, bijeenkomsten organiseren. Heeft de griffie voldoende deskundigheid in huis?”. Daar gaat u uiteraard zelf over, besloot de wethouder. Het raadslid keek om zich heen: “Eens! Wij moeten iets regelen, collega’s. Wie komt met een voorstel?”