Thuis heb ik dezelfde discussie. “Mam, je hebt het beloofd!” zegt mijn dochter. “Nee, schat, ik zei dat ik erover zal nadenken. Ik zei: misschien!” En andersom natuurlijk ook: “Wij hebben afgesproken dat je eerst je huiswerk maakt en dan buiten gaat spelen.” “Oh, nee, hoor, mam. Dat doe ik straks.” En zoef, weg is ze!
Op het werk gaat het ook zo. Raadslid wil iets, wethouder wil het wel/niet doen. Andere raadsinstrumenten, zoals schriftelijke vragen, moties en zo, zijn zwaarder. Raadslid probeert het eerst met een vraag om een toezegging. Lukt het om de wethouder zover te krijgen dat hij ‘hapt’? Onderdeel van het politieke spel, vaak spannend en leuk om te zien.
Maar was het wel een toezegging? Hoorde jij ‘m ook? Het raadslid zei: “Dank u voor uw toezegging!” Maar zei de wethouder echt dat hij dat ging uitzoeken? Hij zei wel “Dat zeg ik u toe!” Maar dat ging over een andere zaak. Waar weer niemand naar had gevraagd. Verwarrend. Eigenlijk is de meest eenvoudige variant het ‘een-tweetje’. Raadslid legt klaar en wethouder kopt in. Beetje saai, maar duidelijk: vraag-toezegging. Noteren maar.
Als extra administratieve service zet de griffie nog een keer de toezeggingen aan de raad op een al dan niet gedigitaliseerd lijstje. Veel raden zenden tegenwoordig hun vergaderingen in beeld en geluid uit of nemen deze op. Het is dus mogelijk om precies te achterhalen wat er gebeurde, wat er is gezegd, inclusief non-verbale omlijsting. En toch als het zwart op wit staat, liefst met termijn van afdoening lijkt een toezegging pas echt. De meeste colleges zorgen dat de lijst kort blijft. Zo bewijzen deze lijstjes hun waarde, maar dreigen soms ook onderdeel te worden van het politieke spel. “Nou, zeg, ik kan mij dat helemaal niet meer herinneren. Heb ik dat toegezegd?” Tsja, dat probeert mijn dochter inderdaad ook altijd.