Kinderen, vaders, moeders

Het weer was zeldzaam slecht voor de tijd van het jaar. De beginnende vakantie viel met zoveel regen letterlijk in het water. Van de mensen, gezinnen vooral, die een eilandreis hadden geboekt vroeg het een wij-maken-er-het-beste-van-houding. De emmertjes en schepjes waren uit vastberadenheid op het laatste moment snel in de kofferbak gegooid. Door windkracht zoveel had de boot naar Terschelling vertraging. Het gezelschap was neergestreken in een havenrestaurant. Het was een kakofonie van bloemetjes-regenlaarsjes, blauwe, groene, grijze en rode jasjes, veel spijkerbroeken en spijkerrokjes met blauwe maillots, witte en rode sneakers met lichtjes in de zool. Mobieltjes, fototoestellen en zonnebrillen op tafel, tassen, koffertjes en rugzakjes overal. Het opnemen van de bestelling was de vuurdoop voor de ober aan het begin van zijn eerste toeristenseizoen. Ze maakten het hem ook niet gemakkelijk. Elf kinderen van vier tot negen jaar, elf kindermenu’s, allemaal anders. Een van de moeders keek sceptisch, “als dat maar goed komt”. Drie vaders en twee moeders bestelden vijf verschillende soorten koffie, die de ober netjes met blokletters opschreef.

Nog vier andere tafels waren bezet, middelbare stellen, rustig aan de appeltaart met koffie. Een stevige hagelbui klaterde tegen de schuifpui. Iedereen was even stil. Twee kleintjes keken met open mond naar de dikke laag witte stenen op het terras. Een meisje met blonde krullen riep “mam!”, de moeders keken op, maar die met de grote D&G-zonnebril op haar hoofd knikte. Oké, dus dat meisje hoort bij die moeder. De andere moeder met opvallende knalrode nagels vroeg aan een vader: “Ga jij?”, waarop hij met een van de kleinste jongens vertrok. Naar het toilet, bleek later toen ze terugkwamen en moeders ze beide goedkeurend aankeek. Kennelijk, is dat een gezin: vader-moeder-zoontje. “Papa!” zei het jochie prompt en een vader aan de overkant keek op en gaf hem zijn Fristi. Twee meisjes met dezelfde Desigual truitjes haalden uit twee dezelfde Kleine zeemeermin-koffertjes etuitjes en kleurboeken. Die gingen zoetjes in een hoekje kleuren, zo nu en dan schoof een vader een frietje of stukje frikandel in de mondjes. Twee jongens kregen goed ruzie over niets. De D&G-moeder kwam zonder resultaat tussen beiden. De rode nagels-moeder keek ze streng aan en herstelde de vrede. Zou dát nu de moeder zijn?

Bij de eerste zonnestraal stonden de drie vaders op en sleepten alle elf kinderen mee naar buiten. Om naar de golven te kijken of naar de boten, hoe dan ook naar iets, even naar buiten. Weg waren ze. Aan een slagveld met glazen nog half vol chocomel of rosé, borden met halve pannenkoeken, klodders mayo en ketchup, hopjes visgraat, servetten, koekjes nog in hun cellofaantje, bleven de twee moeders zitten. Een beetje onderuitgezakt, ontspannen. Het was heel stil toen de ene tegen de andere zei: “Het is wat!” Met een zucht zei de andere: “Het is allemaal anders!” Ze keken elkaar aan met een blik van verstandhouding en schudden hun hoofden. Het was kennelijk duidelijk. Zij zei: “Precies een jaar geleden! Vorig jaar zat ze daar!” Ze wees met haar blik naar een leeg plekje op de bank tegenover haar.

Dat gezelschap leek op sokken die je uit de droger haalt. Je legt ze op een hoopje en moet puzzelen welke bij welke hoort en van wie ze zijn. Er blijven altijd wees-sokken over. Waar de andere is gebleven is een raadsel. Na een tijdje gooi je de wees-sok weg. En dan, als een wonder, verschijnt de andere te laat toch.

About the Author: Pascale Georgopoulou

Hart voor de publieke zaak | Verbinden, Kennisdelen, Wereldverbeteren | GO&C | Verhalen & Haiku's | Sterke Raad | Griffiers | Omgevingswet | Energie | Thessaloniki