Over precies één jaar zit er in elke gemeente een nieuwe raad. Sommige raadsleden halen dan opgelucht adem, want kantje boord, anderen zijn beduusd, want niet verwacht. Ze horen er dan echt bij, het volk heeft zijn vertegenwoordigers gekozen. Van de nieuwe raad is de helft van de leden, zoals altijd, nieuw. Gekozen, beëdigd, geïnstalleerd en al een beetje ingewerkt. Ze hebben er allemaal zin in, gaan vol frisse moed en plannen aan de slag, hup, vooruit! Hoe kunnen ze een goede start maken? Daar hebben ze de oude raad voor nodig.
Je moet op tijd beginnen met de overdracht en je nalatenschap.
Eind van dít jaar komt er een moment dat één raadslid, in elke gemeente is er, zoals de eerste krokusjes van de lente, altijd een de eerste, dat gaat roepen: “we moeten niet over ons graf heen regeren, dat laten we aan de volgende raad over”. Na dat eerste raadslid volgen er meer, totdat er een tijdje tot de verkiezingen helemaal niets meer wordt besloten. Gek genoeg zegt niemand dat als er eerder wordt besloten over beleidsstukken, toekomstvisies en meerjarenbegrotingen, die ver voorbij het graf van vele volgende generaties raadsleden heen regeren. Dan is het juist wél belangrijk om een stip aan de horizon te hebben, doelen te stellen en – niet te vergeten – kaders. De uitroep tegen het eind van een raadsperiode heeft altijd betrekking op iets niet te besluiten, iets niet te doen. Alsof er plots alle tijd is en geen urgentie meer. En nog opmerkelijker is dat niemand zegt: “zullen we nu eens goed nadenken over wat we willen meegeven aan onze opvolgers”. Niemand denk na over zijn testament, liefst met een mooie leer-erfenis. Jammer. Want van alles dat de oude raad heeft meegemaakt zou de volgende zoveel kunnen leren en er zijn voordeel mee kunnen doen. Denk zelf maar aan je vader, moeder, opa of oma, die er niet meer zijn en aan hun verhalen die vervagen en verdwijnen. Ze zwijgen als het graf voor altijd. Had je maar op tijd die verhalen opgeschreven, opgenomen, bewaard, memoires van onschatbare waarde, levenslessen.
De laatste raad v. OMG. (raad vóór inwerkingtreding Omgevingswet) draagt over aan de eerste raad n. OMG. (raad ná inwerkingtreding Omgevingswet). De oude raad heeft besluiten genomen om het proces in te richten. Als je een huis bouwt, dan bedenk je van tevoren waar de keuken en de badkamer moeten komen en hoeveel verdiepingen hoog het wordt. Dat kan ook later, maar het is verstandig om vanaf het begin alles op z’n plek te zetten. Een verbouwing kan altijd, maar het fundament staat. De nieuwe raad gaat het na 2022 aan den lijve ondervinden, gaat ermee werken. Hoe fijn en waardevol voor ze om te weten hoe het inrichten is verlopen, welke overwegingen een rol hebben gespeeld en welke knopen doorgehakt. En ook welke puzzels en welke dilemma’s er waren en welke conclusies er zijn getrokken. De nieuwe raad zou de oude raad het graf in prijzen als dat op een goede en zorgvuldige manier was gedaan. Als de oude raad, bij wijze van spreken al met een been in het graf staat, is het te laat. Je moet op tijd beginnen met de overdracht en je nalatenschap. Over het graf heen regeren is het zoeken naar balans tussen loslaten en achterlaten. En ook al is loslaten het adagium van de Omgevingswet, het is minstens zo belangrijk om iets achter te laten om op voort te bouwen.