Verkeerschaos in India lijkt totale anarchie, maar schijn bedriegt. Achter het getoeter schuilt communicatie, flexibiliteit en verrassend veel samenwerking. Wat kunnen we hiervan leren in Nederland, waar regels soms verlammend werken en we elkaar weinig gunnen?
Bij aankomst midden in de nacht is het meteen raak: wat een chaos! Een wirwar van auto’s, busjes, autoriksja’s, scooters, voetgangers en hier en daar een koe. Alles snelt kriskras door elkaar, ook waar er eigenlijk geen ruimte is. Begeleid door een constant en oorverdovend getoeter. Ik ben best wat gewend, dacht ik, als Griekse, maar dit was de overtreffende trap. Tijdens mijn recente vakantie in India maakte ik kennis met het intense verkeer in steden als Delhi en Bangalore. In eerste instantie voelt het hectisch en onveilig. Vaak sloot ik mijn ogen om niet in de koplampen te hoeven kijken van een tegenligger of een spookrijder. Met als enige troost de gedachte dat de chauffeur vast weet wat hij doet. Na de eerste vuurdoop, toen ik beter keek en luisterde, ontdekte ik iets bijzonders.
Toeteren als vorm van communicatie
Bij ons in Nederland gaat het getoeter in het verkeer gepaard met irritatie, boosheid en krachttermen. Iemand gaf geen voorrang, haalde van rechts in of remde net voor je. Je bent pislink: TOET! Het getoeter in India is geen teken van agressie of frustratie, maar juist een vorm van communicatie. Een korte toet betekent ‘let op, ik ben hier’, een langere ‘ik wil graag voorbij’, twee keer nadrukkelijk toet betekent ‘ik rij dus nu langs’ en het aanhoudend ritmisch getoeter betekent simpelweg ‘we zijn samen op weg’. Het is gek om te zeggen, maar ondanks de enorme drukte geven mensen elkaar veel ruimte. ‘Mijn’ chauffeur reageerde schouderophalend op de spookrijder. Ach, hij moet hier blijkbaar zijn, ik ga wel even op zij. Niemand houdt halsstarrig vast aan zijn recht of positie; men gunt elkaar simpelweg de doorgang. Nu jij, straks ik.
Minder strijd, meer samenwerking
En we leefden lang en gelukkig? Zo’n sprookje is het niet. In India vallen per jaar percentueel vier keer zoveel verkeersdoden dan in Nederland. Ik had erger verwacht, gezien de vaak slechte wegen, versleten auto’s en de drukte. Maar een gebrek aan heldere regels en zich er niet aan houden kan levensgevaarlijk zijn. Toch betekent dat niet dat lijntjes en hokjes áltijd beter zijn. In Nederland slaan we soms door in het strak vasthouden aan regels en posities. Het Indiase verkeer heeft mij geleerd: regels moeten niet beklemmend zijn, maar ondersteunend. Ondanks de drukte blijft het verkeer vloeien, omdat iedereen gericht is op verder komen, bewegen, ruimte maken, niet op het verdedigen van het eigen plekje.
Ik moest denken aan de energietransitie: gemeenten, provincies, het Rijk, netbeheerders en andere partners werken samen. Dat is niet altijd makkelijk want in die samenwerking heeft ieder ook nog een eigen rol en bevoegdheid. De uitdaging daarbij is de echte opgave – een duurzame toekomst – op de voorgrond te houden. Net zoals Indiase verkeersdeelnemers elkaar via getoeter de ruimte geven, zouden we in Nederland ook vaker moeten communiceren en elkaar ruimte gunnen. Zo voorkom je stilstand en komt elke partij vooruit.
Neem bijvoorbeeld Zonnewaal in Ochten, gemeente Neder-Betuwe. Het gaat om een drijvend zonne-eiland in de uiterwaarden van de Waal, waarop ongeveer 23.000 zonnepanelen worden geplaatst. De geproduceerde elektriciteit zal lokaal en direct geleverd worden aan bedrijven in de buurt, zoals een nabijgelegen zandwinningsbedrijf, zonder het elektriciteitsnet te belasten. Het project kwam tot stand door nauwe samenwerking tussen gemeente Neder-Betuwe, Solinoor, Dekker, Rijkswaterstaat en lokale bewoners en bedrijven.
Ondanks verschillen in belangen en posities lukte het in dit project om flexibel samen te werken en gezamenlijke doelen te bereiken. Waar star vasthouden aan eigen bevoegdheden tot vertraging leidt, zorgt flexibiliteit en elkaar ruimte geven hier juist voor voortgang.
De kern ligt in een goede balans: regels moeten zekerheid en duidelijkheid bieden, maar tegelijkertijd flexibel genoeg zijn om ruimte te geven aan praktische samenwerking, innovatie en creativiteit. Het gaat niet om het afschaffen van regels, maar om ze toe te passen op een manier die samenwerking stimuleert in plaats van belemmert.
Gun elkaar de ruimte
In het Indiase verkeer gelden geen regels, maar gaat het vooral om ruimte te geven en elkaar iets te gunnen. Uiteindelijk bereiken we allemaal sneller én veiliger onze bestemming als én regels, rollen en bevoegdheden helder zijn én we iets minder star en meer flexibeler zijn. Misschien moeten we in Nederland gewoon iets vaker toeteren: “Ik zie je, ik geef je ruimte en samen komen we er!”