Het is gaan heten het D1000 manifest, de resultaten van het begin juni in Apeldoorn gehouden gesprek tussen duizend mensen over de invulling van de lokale democratie. Wat schort er aan en hoe dat op te lossen? I was there! Het was leuk, er kwam veel energie los en die georganiseerde chaos was ontwapenend. De dag leverde tien statements op, zoals “stop met in de weg lopen”, “partijpolitiek staat echte democratie in de weg” en “de agenda van de straat op tafel in de raad”. En leverde ook concrete voorstellen op, zoals de instelling van een burgertoetsraad via loting, themapolitiek door middel van dialoog en meer ruimte voor experimenten. Ruim de helft van de aanwezigen waren vertegenwoordigers van de “systeemwereld”, raadsleden, bestuurders en ambtenaren. Zij waren het kennelijk erg eens met de “bemoei-je-er-niet-mee, ga-uit-de-weg”-benadering. Is het de huiver om tegen de stemming van “het volk” in te gaan en beschuldigd te worden van regentesk machtsdenken? Is het oprechte belangstelling en nieuwsgierigheid vanuit de gedachte: eens kijken waar dit allemaal toe kan leiden, het kan altijd beter? En overigens hoe kun je tegen ruimte voor experiment en vertrouwen zijn?
Het denken en praten over de vernieuwing en versterking van de lokale democratie gaat verder. Vertegenwoordiger en vertegenwoordigde zijn het contact kwijtgeraakt en zoeken naar verbinding, nabijheid, dialoog en nieuwe afspraken voor de onderlinge relatie. Alle vertrouwen in dat dit in ons polderlandschap op de een of andere manier goed komt, meer als evolutie, dan als revolutie.
Tegelijkertijd zie ik dagelijks betrokken en hardwerkende raadsleden. Stukken lezen, volle agenda, overleggen, de wijk in, dealen en wheelen in de achterkamers of tijdens het debat. Dat de opkomst bij de verkiezingen laag is en het vertrouwen in de politiek daalt, doet niets af aan hun inzet. Het zijn net zo goed inwoners, die zitten in de raad en niet in het bestuur van de sportvereniging of het wijkplatform. Ze doen het, net zoals alle andere vrijwilligers, niet voor het geld noch voor de eer (welk geld? welke eer?), maar voor het realiseren van hun idealen. Het kan allemaal beter, de betrokkenheid en legitimiteit vanuit de samenleving moet groter, maar onderwijl ben ik toch blij dat iemand bereid is om vier jaar lang de verantwoordelijkheid te nemen om het ultieme voor of tegen uit te spreken.