Vergaderend Nederland doet het massaal om acht uur. In dorpjes en steden. De gemeenteraden, commissies en andere relevante gremia. Er wordt om acht uur vergaderd. Dat is zoiets als dat B&W overal op dinsdag vergadert, dat vrijdag een no-go vergader-area is en dat ‘sympathiek’ synoniem is voor ‘ik steun het niet’. Je moet het buitenstaanders even uitleggen, dat dit de ongeschreven regels zijn van de lokale democratie.
Is er een vergadering en ben je er dus niet om acht uur, dan beginnen de medevergaderaars zich zenuwachtig af te vragen waar je blijft. Meestal weet iemand te vertellen dat je óf niet zou komen óf dat je zeker komt. Die laatste (voorzitter, partijgenoot, griffier) zal waarschijnlijk de mobiele telefoon pakken. Om te vragen waar jij blijft. Ik heb het zelf zo vaak gedaan. In de meeste gevallen krijg je een gestrest raadslid aan de lijn dat hijgend roept: ‘ik kom eraan’ of ‘ik er bijna’. Hij is al laat, haast zich en moet de telefoon beantwoorden ook nog. Waarom doen wij dat eigenlijk? Hoe belangrijk is dat nou echt om vijf over acht te weten waar iemand is?
Het was oktober 2008 en André kwam niet opdagen bij een vergadering. De volgende ochtend bleek dat hij op weg naar het gemeentehuis van de weg was geraakt, met zijn auto in het water terecht kwam en overleed. Op het gemeentehuis dachten ze: Waar blijft hij nou? En gingen bellen. Thuis dachten ze waarschijnlijk achtereenvolgens: Hij is aan het vergaderen. Dat duurt weer erg lang. Het wordt nu echt tijd dat hij komt. En toen … de paniek.
Hoe het is gegaan, weet ik niet precies. Ik zie het als een nachtmerrie voor mij. André, die in zijn laatste minuut de telefoon hoort afgaan. Waar hij bleef…. Voor mij is het sindsdien afgelopen met dat bellen van raadsleden die te laat zijn. Ze komen te laat. Of ze komen niet. Het heeft geen zin om ze op te jagen. Wij beginnen gewoon om acht uur met de vergadering.
In memoriam André Montauban, fractievoorzitter GroenLinks Waterland, overleden op 22 oktober 2008.